My practice unfolds through a process I describe as ‘Ambiguous Perceptual Drift’. It’s a continuous oscillation between figuration and abstraction in which the recognisable subject dissolves into the field of its surroundings. Photographic fragments – whether personal snapshots, cinematic stills or incidental images – function as provisional anchors. Once translated into paint, however, they are subjected to a layered logic of erasure, revision, and accumulation, whereby the trace of their origin persists only as a spectral residue.
This method resists a mimetic fidelity to representation. Instead, it stages a dynamic of disappearance and re-emergence: figures simultaneously appear and recede, space both collapses and expands. The vanishing point is no longer a stable coordinate of perspective, but an unstable threshold where memory, intuition and material negotiation collide.
In this sense, each painting becomes an ambivalent structure: neither narrative illustration nor pure formalism, but an open site in which the viewer’s perceptual investment is required.
Mijn werkmethode is nog het best te verklaren als een vorm van ‘Ambiguous Perceptual Drift’. Een voortdurende beweging tussen figuratie en abstractie. Vertrekpunten zijn vaak foto’s, filmstills of alledaagse beelden die ik in verf vertaal. Tijdens dit proces verdwijnen de oorspronkelijke vormen langzaam; wat overblijft is een spoor, een echo van ‘iets wat ooit was’.
De verflaag fungeert daarbij als een ruimte van verschijnen en verdwijnen. Figuren lossen op in hun omgeving, perspectief vervaagt, en herkenbare elementen transformeren tot open structuren. Het verdwijnpunt is niet langer een vast perspectiefpunt, maar een grens waar herinnering, intuïtie en materiële ingrepen elkaar kruisen.
Zo ontstaat een schilderij dat zich verzet tegen vaste betekenissen. Mijn doeken zijn geen verhalende illustraties, maar ook geen pure abstracties. Het zijn open plekken die de toeschouwer uitnodigen om zelf betekenis te construeren, balancerend tussen aanwezigheid en afwezigheid.
